zaterdag 28 december 2013

'Tongen'

 
Zoals tongen, tongen wij.
gevoelloos, vluchtig.



tekening: 'Eric Nentjes'

'wat wil ik?'


Ik zit vast in mijn kleerkast.
een stijl die me niet past.
Wat trek ik aan?
wie ben ik, wat wil ik?
 
 

Als ik...

 
 
Als ik de maan was,
dan zou ik schijnen als de zon.
 
 
 
Albert Blakelock’s “Moonlight Landscape,” an oil painting on wood. Blakelock did a series of moonlight scenes in which the lunar glow has an Impressionist quality.

dinsdag 24 december 2013

'Rust'

Soms wou ik dat ik mijn hoofd
in mijn teen kon stoppen,
of misschien toch beter in mijn been.
Dan krijg ik niet steeds bij het schoppen
Een rammeling door me heen.

 
Mijn been is achteraf bekeken ook niet de juiste plek.
Want door dat lopen en wandelen,
Word ik vast en zeker gek.

 
Misschien in mijn arm? Ook die is niet gepast.
Die moet dingen dragen dan krijg ik ook weer last.


Mijn buik misschien? Nee,  tussen al dat eten
zou ik alleen maar mezelf opvreten.

 
Is er dan geen enkel plekje in mijn lichaam
waar ik rustig heen kan gaan.
Eventjes wat rust, tot mijn hoofd is uitgeblust?

maandag 23 december 2013

'Een lach'


 
Een lach, verraad van het lichaam.
Ik zie het als je praat of gewoon rechtop staat.
Nog steeds jezelf maar de andere kant.
onvoorspelbaar niet herkenbaar,
niet willen kennen weg willen rennen.
Ik zie je worstelen , vechten, maar soms is het sterker.
Het is er weer.
je lijkt weer een dagje ouder, mijn ouder
en de volgende dag…

Die zelfde lach.
 
 

 

zondag 22 december 2013

'Bitter'


Wat is het dat ons bitter maakt?
Is het ons geluk dat naar meer smaakt?

'Mensen'


Mensen

We noemen ons zelf mensen maar die naam
Wil ik geen andere soort toewensen.

We zijn het niet waard om te zijn wie we zijn,
we voelen ons groot maar tegelijk zijn we klein.

Verraad een soortgenoot pleegt opnieuw een daad,
het leven gaat voort het was maar een moord.

De ene is dom de andere heeft een knappe kop,
de wereld laat ons vrij, maar wij sluiten haar op.
Op?
Op!

 
Honden in hokken,
water in flessen,
aarde in potten,

We bezitten niks maar wenden alles tot ons
zilver, goud, brons.

Ik haat de een maar ik hou van de ander.
Ik alleen, alleen geen ik

We kunnen zijn wat we willen,
maar toch slikken nog steeds
zoveel mensen antidepressiva pillen.

We geloven dat we gelukkig zijn,
Maar geloof is beroof van het feitelijk antwoord.

zoveel vragen,
dus gaan we antwoorden verzinnen, die moet je dan maar geloven.
Geloven in iets wat er niet is, met onze maatschappij is toch iets goed mis.

We geloven nog steeds in dat toen maar willen toch verder
Verder leven,
verder ademhalen,
verder liefhebben,
verder haten,
verder …

 

Zo ver willen we gaan tot we ooit gelukkig bestaan
en het geeft niet als we hierdoor fouten begaan.

'Donker is de nacht'


 
De sterren die schijnen
zijn aan het verdwijnen.
De maan die lacht
vind niet meer zijn kracht.
Donker is de nacht,
het licht gedoofd,
de maan berooft.

'Poppekast'


 
Neem mijn touwtjes vast
en speel me in een poppenkast.
Vrolijk dansen zonder zorgen,
En na het spel
Weer veilig opgeborgen.

 

'Familieserie'

We kijken naar een familieserie aan de familietafel,
fictief lijkt perfecter dan wat echt is.
Maar dat fictieve staat ons enkel in de weg.
 
 

zaterdag 21 december 2013

'Gefopt'

 een grap.
Gemaakt om te foppen,
bedoeld om te lachten.
Mislukt,
Ik ben niet gefopt.
Er wordt niet gelachen.

'Wij zijn'

Bang om te worden,
want worden word zijn.
Wij zijn,
ik ben,
ik word.